a a

Hoe ontstaat het?

Rett syndroom ontstaat door een erfelijke verandering in een bepaald gen (genetische mutatie) op het X-chromosoom tijdens de zwangerschap.
Het gaat vrijwel altijd om een nieuwe mutatie (spontane mutatie); dat betekent dat de erfelijke verandering bijna nooit van één van de ouders komt.
Vrouwen en mannen met Rett syndroom kunnen zelf de erfelijke verandering wel overdragen aan hun eigen kind: dit heet X-gebonden dominante overerving. De kans om Rett syndroom door te geven is dan 50%.

Over het MECP2-gen

Sinds 1999 is bekend welk gen afwijkend is bij de meeste meisjes met het Rett syndroom. Het gen heet het MECP2-gen. Het MECP2-gen zorgt normaal gesproken voor de aanmaak van het eiwit MECP2 (methyl CpG binding protein 2, spreek uit: “meck-pea-two”).

Met dit eiwit regelt het MECP2-gen de activiteit van andere genen. Die ‘andere genen’ spelen een rol in de ontwikkeling van het centrale zenuwstelsel (hersenen en hersenzenuwen). Ze maken bepaalde eiwitten en enzymen, die nodig zijn voor een normale ontwikkeling van de hersenen.

Hoewel vooral het centrale zenuwstelsel is aangedaan zijn andere lichaamssystemen ook ontregeld door de fout in het MECP2-gen, want de genafwijking komt meestal in alle lichaamscellen voor.

Zéér zeldzaam is zogenaamd mozaïcisme, waarbij de lichaamscellen deels normaal zijn en deels een MECP2-mutatie hebben. 

Varianten

Binnen het MECP2-gen kan de genafwijking nog op verschillende plekken van het gen zitten. Dit heet ‘genetische varianten’ (genotypen). Onderzoekers proberen te ontdekken of een bepaalde plek van de genafwijking iets zegt over welke kenmerken bij deze persoon op de voorgrond staan.

Lees meer over genetisch onderzoek in het hoofdstuk 'Hoe wordt de diagnose gesteld?'

Van genmutatie naar klachten

Bij een fout in het MECP2-gen is er geen of onvoldoende MECP2-eiwit om de activiteit van de ‘andere genen’ te regelen. Hierdoor zijn de benodigde eiwitten en enzymen (voor een normale ontwikkeling van de hersenen) in de verkeerde hoeveelheid aanwezig.

Kort na de geboorte lijkt er nog weinig aan de hand met de ontwikkeling en gezondheid van de meisjes. Als de hersenen zich verder gaan ontwikkelen, dan gaat het mis door de verkeerde hoeveelheid van belangrijke eiwitten en enzymen. Sommige delen van de hersenen, vooral de hersenstam, blijven achter in de ontwikkeling.

Door de onvoldoende ‘uitrijping’ van de hersenen kan de hersenstam haar functies niet goed uitoefenen. Het hartritme, bloeddruk, ademhaling en aansturing van vele organen raken vaak ernstig verstoord omdat de controle door de hersenstam op deze functies niet goed werkt.

Een ander gevolg van onvoldoende ‘uitrijping’ is het onvermogen tot het uitvoeren van gerichte handelingen (ernstige dyspraxie).

Jongens met Rett syndroom

Rett syndroom bij jongens is zeer zeldzaam. Nu vaker breed genetisch onderzoek plaatsvindt, zijn er steeds meer personen (mannen en vrouwen) gevonden die een mutatie in het MECP2-gen hebben, maar niet de kenmerken van Klassiek Rett syndroom.  Dit heet een 'MECP2-gerelateerde ontwikkelingsstoornis'. In de toekomst is daarom meer bekend over jongens met Rett syndroom.

Wist u dat?.....…..................bij Rett syndroom de afwijking in het gen vrijwel nooit van de ouders afkomstig is? Het is dus niet erfelijk.

 

 Inhoud