a a

Bijlage Maternaal alcoholgebruik en preventie

Alcoholgebruik onder zwangere vrouwen neemt af

Dat alcohol schadelijk is voor het ongeboren kind, is steeds beter bekend. Zwangere vrouwen in Nederland drinken volgens recente cijfers dan ook duidelijk minder:

  • In 2015 dronk 8,9 % van de zwangere vrouwen alcohol.
  • In 2004 dronk circa 35-50% van de zwangere vrouwen alcohol.

Hoewel het alcoholgebruik tijdens de zwangerschap afneemt, onderschatten de meeste vrouwen nog de effecten van alcohol. 'Binge-drinken' is voor de meeste vrouwen onacceptabel tijdens de zwangerschap; het aantal vrouwen dat dit doet is klein.
Vrouwen weten vaak niet dat ook matig of éénmalig alcoholgebruik (een avondje doorzakken) al tot schade bij het kind leiden. Het is niet echter niet bewezen, maar ook niet uitgesloten en daarom is het advies om géén alcohol te drinken tijdens de zwangerschap.

Drinkgedrag van zwangeren: drie groepen

De meest vrouwen stoppen met drinken als ze ontdekken dat ze zwanger zijn.

Vrouwen die alcohol blijven drinken tijdens de zwangerschap zijn in drie groepen te verdelen:

  1. gelegenheidsdrinkers (impulsief gedrag of ‘binge’ drinken)
  2. dagelijkse drinkers (gewoontegedrag)
  3. alcoholverslaafden (alcohol-afhankelijkheid)

Deze vrouwen hebben meestal voor de zwangerschap dit drinkgedrag en zetten dit dan vaak voort tijdens de zwangerschap.

Drinkgedrag: welke factoren spelen een rol?

Enkele factoren die mogelijk meebepalend zijn voor het drinkgedrag van de moeder tijdens de zwangerschap zijn:

  • ongeplande zwangerschap
    Er is een tendens dat vrouwen blijven drinken tot de zwangerschap is bevestigd met een test. Roozen (KS)
  • opleidingsniveau
    Er is een tendens dat vrouwen met een hoog opleidingsniveau blijven drinken tijdens de zwangerschap.
    Bovendien blijkt dat dagelijks alcoholgebruik of verslaving vaker voorkomt bij vrouwen met een laag opleidingsniveau/lage SES.
  • roken
  • pariteit
  • eerdere zwangerschapsafbreking
  • misbruik

Alcoholgebruik van de vader

Het alcoholgebruik van de vader is een risicofactor voor het maternale drinkgedrag als dit de zwangere aanmoedigt om mee te drinken met haar partner.

Biomarkers

Er zijn biomarkers om stevige drinkers te identificeren, maar die zijn niet specifiek voor matige drinkers. Het is ook nog niet mogelijk om via biomarkers in te schatten of het alcoholgebruik van de zwangere daadwerkelijk tot (het risico op) FASD bij het kind leidt.

Primaire preventie: FASD is vermijdbaar

Niet alleen is het belangrijk om de individuele gevolgen van FASD te beperken en FASD in de volgende generatie(s) te voorkomen. Juist omdat FASD vermijdbaar is, is primaire preventie belangrijk om het aantal nieuwe kinderen met FASD te laten dalen. Betere bewustwording over de ernstige gevolgen van FASD kan hier aan bijdragen.

Preventieprogramma’s

De meeste preventieprogramma’s richten zich op bewustwording. Belangrijk is de verschillende risicogroep te onderscheiden en de preventie op de verschillende achterliggende motivaties af te stemmen. Naast het actuele drinkgedrag van aanstaande ouders is ook belangrijk het drinkgedrag van “ouders van de toekomst” te beïnvloeden, zoals bijvoorbeeld ‘binge’-drinkende jeugd.

Zorgverleners, en vooral huisartsen en jeugdartsen hebben de mogelijkheid om in verschillende levensfases met patienten/ouders/jeugdigen in gesprek te gaan over (problematisch) alcoholgebruik en alcoholgebruik rond de zwangerschap in het bijzonder. Het is belangrijk om bij de voorlichting aan vrouwen in de vruchtbare leeftijd ook de partners te betrekken.

Als stoppen niet lukt

In het algemeen is het bij vrouwen met alcoholproblemen die niet kunnen stoppen met hun overmatig alcoholgebruik belangrijk om hen te begeleiden bij anticonceptiemaatregelen en lichamelijke- en psychische problemen in relatie tot het probleemdrinken (voedingstoestand, ijzer-, vitaminestatus).

 Inhoud