a a

22q11.2 deletie syndroom in het kort

22q11.2 deletie syndroom (afgekort 22q11.2DS) is een zeldzame multisysteem aandoening die zich zeer heterogeen presenteert. Door het variabele fenotype stond de aandoening in het verleden onder verschillende namen bekend, zoals: velocardiofaciaal syndroom (VCFS) en DiGeorge syndroom. Om verwarring te voorkomen is nu gekozen de patiënten met deze microdeletie te onderscheiden naar etiologie.

Met een geschatte prevalentie van 1:2000-4000 geboortes is 22q11.2DS het meest voorkomende deletie syndroom.

Oorzaak

Het 22q11.2DS wordt veroorzaakt door een ontbrekend stukje (deletie) van de lange arm van chromosoom 22. De grootte van de deletie kan tussen personen verschillen. Van de patiënten met 22q11.2DS  heeft circa 90% dezelfde deletie. Deze meest voorkomende 22q11.2 deletie bevat circa 90 genen, waarvan ongeveer de helft eiwit-coderend.

De grootte van de deletie heeft geen voorspellende waarde voor de aard, het aantal en de ernst van de verschijnselen.

Diagnose

Klinische manifestaties kunnen aanleiding geven tot on­derzoek naar een 22q11.2 deletie, maar 22q11.2DS wordt nog steeds ondergediagnosticeerd.
Genetisch onderzoek met FISH, MLPA, genoombrede array of next-generation sequencing technieken kan de deletie aantonen. In de praktijk worden vooral de laatste twee technieken gebruikt, welke ook informatie geven over de grootte van de deletie.

Kenmerken

De klinische manifestaties hangen onder andere af van de leef­tijd. Veel voorkomende verschijnselen zijn:

Congenitaal

  • karakteristieke gezichtskenmerken
  • cardiale afwijkingen
  • gehemeltedefecten
  • nasale terugstroming (regurgitatie) door velopharyngeale insufficientie

Vanaf jonge leeftijd

  • ont­wikkelingsachterstand /lichte tot ernstige verstandelijke beperking en/of leerproblemen
  • hyper­nasale spraak
  • hypotonie
  • immuundeficiëntie (frequente luchtweg infecties)
  • hypoparathyreoïdie met hypocalciëmie

Vanaf de adolescentie

  • specifieke psychiatrische stoornissen (angst- en psychotische stoornissen)
  • motorische problemen

De aard en de ernst van de verschijnselen bij mensen met het 22q11.2DS kunnen sterk variëren, ook binnen één familie. Vaak zijn de gelaatskenmerken subtiel en lastig te herkennen.

Comorbiditeit

Naast de bovengenoemde klinische manifestaties komen ook voedingsproblemen, obstipatie, aangeboren nierafwijkingen, gehoorverlies, ademhalingsproblemen (bij slapte trachea), oogafwijkingen, skeletafwijkingen (waaronder scoliose en klompvoet) en een groeiachterstand voor. Deze lijst is niet uitputtend.

Cognitieve ontwikkeling

Bij mensen met 22q11.2DS is de ontwikkeling doorgaans vertraagd en regelmatig vertonen kinderen / adolescenten een achteruitgang bij herhaalde IQ-tests. Het niveau van functioneren wisselt sterkt. Het uiteindelijke ontwikkelingsprofiel is vaak disharmonisch (VIQ > PIQ), wat wil zeggen dat er significante verschillen liggen in verschillende ontwikkelingsgebieden..

Het totale IQ ligt gemiddeld zo’n 30 punten lager in vergelijking met familieleden die geen deletie hebben. Ongeveer een derde van de mensen heeft een matige tot lichte verstandelijke beperking. 

Beleid

De behandeling is gericht op het voorkomen van gezondheidsproblemen en verminderen van klachten. Afhankelijk van de leeftijd, de aanwezige verschijnselen en de ernst daarvan en al dan niet bestaan van een verstandelijke beperking zal de zorg op verschillende manieren moeten worden ingericht.

In principe zijn de standaardbehandelingen bij alle aandoeningen die bij de 22q11.2 deletie kunnen optreden van toepassing, zoals bijvoorbeeld bij congenitale cardiale afwijkingen, schildklierafwijkingen en psychiatrische stoornissen.

Naast behandeling van de somatische deelproblemen is onder meer van belang: ondersteuning van communicatie (veelal intensieve logopedie), stimuleren van bewegen (fysiotherapie, ergotherapie) en ondersteuning van de ontwikkeling in geval van leer- en ontwikkelingsproblemen, en medicatie in geval van psychiatrische klachten.

Een multidisciplinaire benadering is van belang; mensen met 22q11.2DS hebben veelal meerdere (chronische) aandoeningen die van invloed kunnen zijn op elkaar.

Er zijn expertisecentra voor 22q11.2DS. Zie het hoofdstuk Organisatie van de zorg bij Experts op het gebied van 22q11.2DS.

Intensieve zorg

De zorg voor mensen met 22q11.2DS beslaat alle domeinen en is intensief. Aandacht voor de behoeften van het gezin (ouders, broers/zussen (“brusjes”)), is belangrijk. Extra ondersteuning, zoals PGB-hulp en respijtzorg, draagt bij aan optimale zorg mensen met 22q.2DS. 
Wijs op de mogelijkheid tot lotgenotencontact met andere ouders van kinderen met 22q11.2DS via stichting Steun 22q11.

Uitgebreidere lijst met klinische manisfestaties:

Vaak voorkomende klinische manifestaties/verschijnselen

NB De genoemde percentages van de genoemde verschijnselen zijn een indicatie van hoe vaak de verschijnselen ongeveer voor komen bij mensen met 22q11.2DS. Als een verschijnsel voorkomt, kan de mate van ernst enorm verschillen.

 Klinische verschijnselen:

  • Aangeboren structurele hartafwijking (±77%)
    • Tetralogie van Fallot
    • VSD
    • Onderbroken aortaboog
    • Truncus arteriosus
    • Vaatring
  • Immuundeficiëntie (75%)
    • T-cel lymfopenie
    • Vertraagde IgG productie
    • Thymus hypo/aplasie met ontbreken van T-cellen
  • Gehemeltedefecten (±70%)
    • Velofaryngeale insufficiëntie
    • Submuceuze gehemeltespleet
    • Open gehemeltespleet
    • Gespleten lip en gehemelte
  • IQ
    • Gemiddeld (±18%)
    • Laagnormaal (±20%)
    • Zwakbegaafd (±32%)
    • Verstandelijke beperking (±30%)
  • Slik- en voedingsprobleem
  • Gebitsafwijkingen
    • Vertraagd doorbreken
    • Cariës
    • Tandglazuur hypoplasie
  • Motiliteitsstoornis slokdarm
  • Hypoparathyreoidie
    • Hypocalciëmie
  • Nierafwijkingen
    • Structurele afwijkingen totaal
    • Nieragenesie
    • Nierdysplasie
    • Nierhypoplasie
    • Hydronefrose
  • Genitaal
    • Hypospadie
    • Niet-ingedaalde testes
  • Afwijkingen centraal zenuwstelsel
    • Polymicrogyrie
    • Meningomyelocèle
    • Cerebellaire hypoplasie
    • Craniosynostose
  • Wervelkolomafwijkingen
    • Vlindervormige wervels
    • Instabiliteit
  • Oogafwijkingen
    • Embryotoxon posterior (afwijking aan cornea)
    • Tortuositas (kronkeling) van de retinavaten
    • Strabisme
    • Ptosis
  • Gehoorverlies
    • Geleidingsverlies
    • Perceptief verlies
  • vermoeidheid bij volwassenen
  • Gedragsstoornis en psychiatrie
    • ADHD
    • Angststoornissen/fobieën
    • Schizofrenie /psychose
    • ASS
  • Dysmorfie hoofd/gelaat
    • Overhangend ooglid
    • Volle neus en neuspunt hypoplastische alea
    • Neuskuiltje
    • Micrognathie
    • Microtie
    • Naar achter gekantelde oren
  • Postaxiale polydactylie
  • Gastro-intestinaal
    • Malrotatie
    • M. Hirschsprung
    • Oesofagusatresie
  • CZS
    • Epilepsie
  • Longen
    • Abnormale longkwabben
  • Endocrien
    • Hypothyreoïdie
    • Groeihormoon deficiëntie
  • Oncologie
    • Hepatoblastoom
    • Diverse tumoren (volwassen leeftijd)
  • Hematologie
    • ITP
    • Bernard Souliersyndroom (ITP met grote trombocyten)
    • Syndroom van Evans (autoimmuun cytopenie)
 Inhoud